Hoe een virtuele assistent kwetsbare mensen helpt hun weg te vinden in het zorglandschap

Publicatie datum: 16 april 2025

In een wereld waarin zorg en ondersteuning steeds vaker digitaal worden aangeboden, dreigen juist de mensen die hier het meest afhankelijk van zijn achter te blijven. Mensen met een verstandelijke beperking, hersenletsel of beperkte taalvaardigheid lopen regelmatig vast in een zorgsysteem dat complex en onpersoonlijk aanvoelt. SEVA – de Sensitieve Virtuele Assistent – is ontwikkeld om hier verandering in te brengen.

SEVA helpt mensen hun weg te vinden in het zorglandschap door op een empathische, begrijpelijke en toegankelijke manier te communiceren. Geen onoverzichtelijke websites of ingewikkelde formulieren, maar duidelijke taal (B1-niveau) en begeleiding die écht aansluit bij de leefwereld van mensen in kwetsbare posities. 

Vanuit Sterker op eigen benen waren we vanaf het prille begin betrokken bij SEVA. Collega Kris Bevelander was mede-aanvrager van het project en zag meteen de waarde van een inclusieve benadering: “Wat mij zo aansprak was de kans om burgerwetenschap te combineren met écht inclusief onderzoek. We betrokken ervaringsdeskundigen al bij de aanvraag. Dat leverde meteen waardevolle discussies op over de vraag: wat voor technologie is er nodig – en hoe ontwerp je die samen?” 

Wat SEVA onderscheidt van andere digitale zorgtoepassingen is de manier waarop het tot stand is gekomen. “Veel digitale toepassingen worden bedacht zonder de mensen die ze moeten gebruiken,” zegt Kris. “Bij SEVA werkten we vanaf dag één samen met mensen in kwetsbare posities én met softwareontwikkelaars, onderzoekers en ontwerpers. Zo konden we bouwen aan iets wat écht werkt.” 

Leren van de praktijk

Het ontwikkelproces was intensief, leerzaam en soms confronterend. Kris vertelt open over de uitdagingen: "Je wordt als onderzoeker soms flink wakker geschud. Ik herinner me een sessie waarin een van onze co-onderzoekers compleet vastliep, omdat de gekozen werkvorm voor hem niet werkte. Het was confronterend – maar precies dát gebeurt ook in de echte wereld, als we technologie ontwikkelen zonder onze doelgroep serieus te nemen.” 

Collega Julia van Calis speelde een belangrijke rol in het onderzoeken en begeleiden van het inclusieve ontwikkelproces. Als onderdeel van haar promotietraject richtte zij zich op de manier waarop samenwerking binnen dit soort technologische innovatieprojecten verloopt. 

“Sommige taken bleken te abstract voor onze co-onderzoekers,” vertelt Julia. “Bijvoorbeeld het vertalen van input uit focusgroepen naar gewenste gebruikerservaringen. We hebben dit opgelost door de input te herformuleren in begrijpelijke taal, en extra werksessies in kleine groepen te organiseren. Daardoor konden zij toch volwaardig bijdragen.” 

Van prototype naar praktijk

SEVA is inmiddels uitgegroeid tot een functioneel prototype (Technology Readiness Level 4). De HAN University of Applied Sciences neemt het project nu over voor verdere ontwikkeling en opschaling, met drie concrete pilots, onder andere op het gebied van langdurige zorg en ondersteuning bij diagnostiek. “Wij blijven als adviesgroep betrokken,” zegt Kris, “en kunnen onze SEVA-baby dus verder zien opgroeien.” 

De ambitie is duidelijk: SEVA verder ontwikkelen tot een breed inzetbare, digitale én menselijke oplossing voor toegankelijke zorg. 

De kracht van SEVA zit in de balans

“Technologie kan veel betekenen, maar het moet ook aanvoelen wanneer het niet genoeg is,” zegt Julia. “SEVA heeft potentie als hybride oplossing: digitaal waar het kan, persoonlijk waar het moet.” En hoe zorg je dat zo’n toepassing ook echt landt in de praktijk? “Door gebruikers vanaf het allereerste begin te betrekken – ook bij het bedenken van het idee,” benadrukt Kris. “Alleen dan bouw je iets dat klopt.”

De belangrijkste les?

“Neem gebruikers al vroeg mee in het ontwikkelproces. Niet als testpanel, maar als partner. Alleen dan ontstaat er technologie die écht werkt voor mensen.”

Meer weten over SEVA en de vervolgstappen?